Loskomen van gevangenschap en onderdrukking. Het leven in vrijheid. Dat is waar Keti Koti om draait als je het mij vraagt. De afschaffing van de trans-Atlantische slavenhandel was in 1863 (echt in 1873). In het kader van Keti Koti deel ik hieronder een stukje geschiedenis. Dit gaat over de O.G. vrijheidsstrijders en gevluchte slaven, de Marrons. Net zoals Grandy Nanny, Bayano en Yanga. Wil je weten wie dit waren? Lees dan snel verder.
Wie zijn toch die Marrons?
Marrons is de verzamelnaam voor de groep gevluchte slaven. Zij werden gedwongen te werken maar ontsnapte aan gevangenschap. Zo kwamen zij terecht in onder andere het Zuid-Amerikaanse oerwoud. Het leven in vrijheid begon wanneer zij een plek vonden om te settelen. Daarna bouwde zij een gemeenschap op met hun eigen Marron cultuur. De slavenhandel was over een groot deel van de wereld verspreid. Daarom zijn er veel Marron groepen te vinden. Zo heb je Marrons in bijvoorbeeld: Suriname, Brazilië, Jamaica, Midden- en Noord- Amerika.
Gelijkenissen van Marrons
Wat opvalt aan de Marrons is dat hun taal veel gelijkenissen hebben. Het is een mix van de inheemse Afrikaanse taal met Europese invloeden van de kolonisator. Het Engels, Spaans, Portugees en/of Frans herken je daarom vaak terug. De talen die hieruit voorkwamen worden ook wel Creools genoemd. Deze talen worden bovendien nog steeds gesproken.
De vrijheidsstrijders
Grandy Nanny is voor Jamaica een nationale held. Zij wordt beschreven als een kleine magere vrouw met doordringende ogen. Geboren in Ghana maar werd later als slaaf naar Jamaica gebracht. Sommige zeggen dat zij bewust door haar stam (de Ashanti) zou zijn gestuurd. De Ashanti’s staan bekend als goed getrainde strijders. Grandy Nanny zou hebben bijgedragen aan de bevrijding van zeker 800 slaven.
Bayano (Valno) staat bekend als de leider van de grootste slavenopstand van de 16e eeuw. Hij was een West-Afrikaan die tot slaaf gemaakt was door de Spanjaarden. Het is niet duidelijk of de opstand al begon op het schip of bij aankomst in Panama. Zijn krijgsmacht telde zo een vier tot twaalfhonderd Marrons.
Wees trots op deze en alle andere vrijheidsstrijders!
Nog niet iedereen weet dat er veel slaven in opstand kwamen. Zij vochten tegen kolonisators en bouwde hun eigen gemeenschap op. Ik hoop dat afstammelingen van Marrons, net als ik, vandaag de dag trots zijn. Trots op hun afkomst. Trots op hun voorouders die hebben gestreden voor vrijheid. Het leven in vrijheid is iets dat wij niet voor lief mogen nemen.