Tula de vrijheidsstrijder is een bekend figuur in de geschiedenis van Curaçao. Op 17 augustus vieren wij Dia di Tula om zo hem en zijn strijd tegen de slavenmeesters en kolonialisme te herdenken. In plaats van de dag van afschaffing van de slavernij te herdenken, staan wij op Curaçao stil bij Dia di lucha pa libertat (de dag van de vrijheidsstrijd). In dit stuk lees je over zijn strijd, hoe het er in die tijd eraan toe ging, en hoe wij vandaag de dag nog altijd deze strijd vechten.
Tula als intellectuele held
Over het vroege leven van Tula is bijna niks te achterhalen. Er zijn verschillende speculaties over zijn leven. Zo schrijft Guillermo Rosario in zijn roman E raís ku no ke muri (de wortel die niet dood wilt), over Tula en hoe hij in Afrika waarschijnlijk gedwongen een vrouw en kind had moeten achter laten. Een andere schrijver schreef over hoe Tula de vrijheidsstrijder op Curaçao opgroeide met zijn vader, moeder, en gehandicapt broertje. Allebei zijn dit fictieve uitzichtpunten op het vroege leven van Tula.
Hoewel er niet veel bekend is over Tula, is uit meerdere bronnen te achterhalen dat Tula meerdere talen sprak. Daarnaast was hij welbespraakt en op de hoogte van de veranderde politiek, ook van de regelgeving van dat moment. En zo gebruikte hij ook de christelijke leer om voor de vrijheid te pleiten van de tot slaaf gemaakten. Sommige stukken over Tula de vrijheidsstrijder beschrijven ze hem ook als iemand die niet uit was op macht en geweld, maar op broederschap, vrijheid en gelijkheid.
Lees ook: Wave your flag: Dia di bandera op Curaçao
17 augustus 1795
In de 17e eeuw vond er veel verzet tegen het kolonialisme plaats op de Caribische eilanden. Zo ook op Curaçao. Tula en anderen tot slaaf gemaakten die gedwongen werkten op de plantage Kenepa (Knip) aan de westkant van het eiland, kwamen op 17 augustus in opstand. Gezamenlijk gingen zij naar de eigenaar van de plantage Casper Lodewijk van Uytrecht en eisten zij hun vrijheid. De vrijheidsstrijders waren alle straffen en onterende behandelingen zat en kwamen onder leiding van Tula in opstand.
Door Van Uytrecht werden ze naar de gouverneur gestuurd, waarnaar de strijders naar Santa Cruz trokken en onderweg anderen tot slaaf gemaakten vrij zetten. Eenmaal bij Santa Cruz voegden andere strijders zich aan hen toe, onder leiding van Bastiaan Carpata. Ook witte mensen en ‘vrije’ zwarte mensen schoten te hulp bij de strijd. Zo stelden mensen hun huis voor anderen open om onder te duiken toen de koloniale legers ingrepen.

Vrijheid voor iedereen
Namens de gouverneur wordt er een pater op hen afgestuurd om hen ervan te overtuigen om het (gedwongen) werk weer op te pakken. Het koloniale leger was volgens de pater sterker en machtiger dan de opstandelingen en hun aantallen. Waarna Tula een beroep doet op de christelijke en geestelijke leer. “Komen alle mensen niet voort uit het zaad van adam en eva? Heb ik er kwaad aan gedaan dat ik mijn twaalf broeders heb verlost van boeien die hen onrechtmatig zijn aangedaan?” Ook haalde Tula aan dat Nederland was veroverd door Frankrijk en daar de Franse wet gelde.
Na de opstand op Haïti onder leiding van Toussaint Louverture, had Frankrijk een einde gemaakt aan de slavernij in al haar kolonies. Nu Nederland ook veroverd was door Frankrijk en daar de Franse wet gelde, beargumenteerde Tula dat zij daardoor van rechtswege óók hun vrijheid moesten krijgen. Deze vrijheid werd hen niet toegekend waarna er een strijd uitbrak tussen het koloniale leger en de vrijheidsstrijders. Uiteindelijk werden de vrijheidsstrijders verslagen en werden Tula en zijn mede leiders; Bastiaan Carpata en Pedro Wacao gevangen genomen en geëxecuteerd op 13 oktober 1795. Na te zijn gemarteld werden zij onthoofd en hun hoofden werden bevestigd op spiesen. Als waarschuwing aan anderen tot slaaf gemaakten (Bron: Opstand op knip).
Lees ook: De Marrons: Het leven in vrijheid van de gevluchte slaven
Sigui bringa pa libertat
Blijven vechten voor vrijheid, zoals het kopje hierboven zegt. We zijn nu meer dan twee eeuwen verder en de strijd voor de vrijheid van de nakomelingen van Tula is nog steeds niet voorbij. Nog geen twee maanden geleden zijn er eilanders de straat op gegaan vanwege ontevredenheid over de regering en het bestuur van Curaçao. Het eiland heeft te kampen met werkeloosheid vanwege corona en stijgende prijzen van levensbehoeften. Armoede en ontevredenheid is de vonk die hen dreef tot rebelleren op de straten van Punda in Willemstad. En Nederland die aan de zijlijn staat met een reddingsboei, maar er toch als een ware blijk van koloniale macht oneerlijke voorwaarden aan vaststelt. Beleid en maatregelen die een nare nasmaak hebben als we het hebben over vrijheid.
Toch mogen we 17 augustus er even bij stilstaan hoever we gekomen zijn, en onze zicht richten op hoe nog veel verder we zullen gaan. De kracht en moed voor de strijd in het verleden, die ons aanspoort en drijft in het heden en in de toekomst.
Sinds de jaren 80 wordt Tula herdenkt als nationale held, zo is in landhuis Knip sinds 2007 het Tulamuseum geopend.
Overige bron:
- Geschiedenis van de Antillen – Walburg Pers.